Nylons jatten
Ik kijk naar het plaatje in mijn hand. Een foto van mijn vader.
Een knappe kerel op een trekker. Hij zal rond de 20 jaar geweest zijn.
Wat weet ik eigenlijk van hem?
Kijkend naar het verouderd sepia kom ik tot de conclusie dat het bitter weinig is.
Vandaag komt daar verandering in.
Daar staat ze, in de deuropening. Een kleine, oude dame.
Mijn bos rozen te groot in haar fragiele handen.
Tante Annie, met haar 92 jaar in de winter van haar leven.
Jaren geleden zag ik haar voor het laatst, gesproken heb ik haar eigenlijk nooit.
Ik krijg, behalve foto’s en antwoorden, het mooiste cadeautje dat ik mij wensen kan.
‘Jouw vader was als kleine jongen bang in het donker maar had daar iets op gevonden.
Hij pikte onze nylons, bond die aan elkaar en knoopte ze aan de trekschakelaar.
Zo kon hij vanuit zijn bed het licht aandoen en hoefde niet in het donker te lopen.
‘Een aandoenlijke herinnering aan haar broertje die een creatieve oplossing vond voor z’n angst.
Een herinnering waarvoor in het hoofd van mijn vader geen plaats meer was.
Overschaduwd door verlammende herinneringen aan zijn adolescentie,
waarmee hij doordrenkt van schaamte en schuldgevoel, zichzelf had veroordeeld tot levenslang.
Een last die hem deed sterven, lang voordat hij overleed.
‘Wat zou je vader dit leuk gevonden hebben. Ik had met hem toch wel een band.’
Een traan rolt over haar wang.
‘Ik denk het ook tante Annie en ik denk dat hij stiekem ook trots op u was.’
Haar ogen zoeken de mijne, haar stem is zacht. ‘Misschien kijkt hij wel mee van boven.’
Ik leg mijn hand op de hare en hoop stilletjes haar woorden.
Boven….. veilig en verlost van kleine en grote angsten.
Bevrijd van nachtmerries en herinneringen aan geheimen waar hij te jong voor was om verantwoordelijk voor te zijn.
Boven in het licht, waar nylons niet meer nodig zijn.
Dank u wel tante Annie.